Psycho-Physiognomie en Carl Huter
Uitermate summier stukje van de stelling van Carl Huter kan als volgt worden weergegeven:
De Frenologie probeert de mens te verklaren via de hersenen/de algehele schedelvorm en via kuilen en bulten op specifieke plekken op de schedel.
De Frenologie heeft zich als uitermate waardevol aangetoond in het kunnen vaststellen van karakter en talent, mits rekening gehouden wordt met de grenzen van dit systeem.
De Grieken gaven hun weergaves van goddelijke figuren, menselijke lichamen. Er werd minder aandacht besteed aan de schedel zelf. Toch zijn de Grieken in staat om goddelijke figuren weer te geven. Ook het systeem dat de Grieken gebruikten bevat veel waarheid, zoals enkele onderzoekers aangetoond hebben.
Mensen die zich bezig houden met het bestuderen van de mimiek van een mens of naar de body language, kijken helemaal niet naar schedelvorm of vorm van een lichaam. Het idee is, dat het het bewegende en dynamische is waarin het leven tot uitdrukking komt. Immers leven kenmerkt zich door de daad, ofwel de gewilde en uitwerkingsvolle beweging, niet door passiviteit.
Net zoals de Frenologen en de Grieken waardevolle waarheden hebben geopenbaard, zo hebben ook de lezers van de mimiek en lichaamstaal een voornaam stuk waarheid geopenbaard.
Als iemand bedroefd is, zien de meeste mensen dit in de regel aan zijn/haar gezichtsuitdrukking, in ieder geval niet aan de vorm van een schedel.
Een gezicht kan boekdelen spreken, is de welbekendebr uitspraak.
Een goed acteur beheerst zijn/haar mimiek. Op het moment van acteren, zal hij/zij bewust het eigen wezen verbergen en iets anders voorspiegelen. Uiteindelijk zal de acteur toch weer terug keren naar zijn/haar constante karakter, en juist dit is terug te vinden in de constante vormen van het lichaam en de schedel.
Zouden we dus uitkomen op een synergetische toepassing van de waarheden welke de lichaamstaal, mimiek (inclusief de zogenaamde “bevroren mimiek”) en Frenologie gebracht hebben/brengen, dan zouden we een meer compleet plaatje kunnen geven over een persoon dan wanneer we deze gebieden afzonderlijk zouden behandelen.
Sterker nog, middels de waarheden van het ene systeem zouden we mogelijk de vergissing van het andere systeem kunnen aantonen en visa versa. Tevens zouden we zo al deze systemen, daar waar ze waarheid zijn, op elkaar voort kunnen laten bouwen, zo mogelijkerwijs nieuwe ontdekkingen kunnen doen. Zouden we dan echter het volledige leven kunnen verklaren? Om hier antwoord op te kunnen geven, gaan we naar onderstaande kijken.
1-celligen:
De Frenologie gaat uit van de hersenen. De hersenen zijn opgebouwd uit zenuwbundels.
Het lezen van het totale lichaam, gaat primair uit van de vormen van een volledig lichaam.
De body language van de bewegingen van hetzelfde lichaam, zoals de mimiek de bewegingen van het gezicht in beschouwing neemt.
Een 1-cellige leeft echter ook.
Hersenen zijn opgebouwd uit cellen. Het leven zelf is dus niet enkel afhankelijk van de hersenen. Immers het bestond al eerder. Meercellige wezens hebben zich immers pas later kunnen ontwikkelen.
Hetzelfde geldt voor het hart, het hart is immers opgebouwd uit spiercellen.
De zetel van het leven, zo is de stelling, moet gevonden worden in alle cellen als gezamenlijke.
Een stelling die de totale mens kan verklaren, kan het leven verklaren en een stelling die het leven kan verklaren, kan ook de lichaamscel verklaren. Deze lichaamscel verklaart Carl Huter vervolgens op basis van zogenaamde biologische energieën.
Deze kunnen toegepast worden op een totaal lichaam, en/of op onderdelen van een lichaam. Een neus openbaart veel over de wil van een persoon (ooit een generaal met een wipneus gezien?). Een totaal hoofd kan eveneens verklaard worden met behulp van deze biologische energieën.
Dezelfde biologische energieën vormen lengterichting, breedte, vlezigheid, warmte, spanning en straling, welke met het oog waar te nemen zijn bij ieder organisme.
De stelling, het is het geestelijke dat het lichaam bouwt is wederom uitgangspunt. De energieën zelf wordt zichtbaar door haar uitwerking. Dit op eenzelfde wijze als elektriciteit niet zichtbaar is, haar uitwerking is zichtbaar. Bij de biologische energieën geldt hetzelfde, we zien de vormen die ze scheppen.
Deze vormen kunnen zowel in het totale lichaam terug gevonden worden, als in onderdelen van het lichaam. De impulsen komen van het lichaam, zo is de stelling, het is echter het hoofd dat de voornaamste sturing geeft.
Het hoofd zelf verklaard Carl Huter dan ook met behulp van deze energieën, net zoals hij mimiek en lichaamstaal middels deze energieën kan verklaren.
De mimiek kijkt primair naar spiercontracties, volgens het systeem van Carl Huter wordt onder meer gekeken naar spierspanningen, hierdoor kunnen spanningen en straling reeds gezien worden nog voordat de spiercontractie plaats gevonden heeft. (Er zijn dan bijvoorbeeld rode verkleuringen zichtbaar.)
Carl Huter heeft een nieuw Physiognomisch systeem opgesteld. Zijn verzoek, zoals hij dit in zijn hoofdwerk plaatst is om zijn leer aan te duiden metbr "de Hutersche Psycho-Physiognomie" en "de Huterse Kallisophie".
Onderstaande stukje is een onderdeel van hetgeen hij leert.
Carl Huter stelt dat voortgebouwd moet worden op het goede en ware, en dat men in eigen systeem naar de vergissingen moet zoeken;
"Vertegenwoordigers van systemen die niet compleet zijn moeten het standpunt opgeven dat zij de heiligheid en daarmee de onfeilbaarheid der waarheid vervat hebben. Ze moeten veelmeer in hun eigen systemen naar de vergissingen zoeken en van de wens vervult zijn, elkaar met liefde en welwillendheid te benaderen.
Ze moeten de hoop koesteren, dat bij goede wil op beide zijden, de tijd komen zal, in welke ze uit de tegenspraken tot een harmonische wereldbeschouwing komen () waarin ze elkaar veel meer weldoend compleet maken.
Enkel wie zozeer de waarheid boven alles wel en haar zoekt met de moed, om ook ingewortelde lieverlingsvergissingen prijs te geven, van hem kan men zeggen dat hij streeft naar onvoorwaardelijke wetenschap en verder vorming tot hogere religie, naar de idealen van een harmonische wereldbeschouwing, die in haar regulatie alle disharmonie van de geest overkomt ()."
Vrije vertaling van Carl Huter
Bron: Menschenkenntnis blz. 40
Kiembladenleer:
Binnen onder meer de fitness spreekt men graag over de bevindingen van William Sheldon (1899-1977), die menstypen bekijkt middels de zogenaamde Ectoderm, Mesoderm en Endoderm.
William Sheldon was 12 jaar oud toen Carl Huter overleed.
Carl Huter heeft precies hetzelfde systeem in zijn hoofdwerk Menschenkenntnis eveneens benoemd, Carl Huter is de ontdekker van dit systeem.
Voor de volledigheid zal vermeld moeten worden dat men binnen de sportwereld deze kennis op een wijze presenteert en toepast die nauwelijks strookt met de gedachtegangen van Carl Huter.