Frenologie
De hersenanatoom Franz Joseph Gall (1758-1828):
Hij heeft het spraakcentrum enige jaren voor Broca, Bouillard en Derx ontdekt en als zodanig opgetekend.
Hij is het die ontdekte en voor de pers aantoonde dat hersenen uit vezels bestaan.
Hij heeft als eerste de kruising van de zenuwbanen aangetoond om te verklaren dat bij verwonding aan één van de hersenhelften, de verlamming aan de andere zijde in het lichaam optreedt.
Hij ging uit van de basisstelling, dat de hersenen het voornaamste levensorgaan bij dieren en mensen zou zijn. Hij ging ervanuit dat in de hersenen de gedachten ontstaan. Als gevolg hiervan geloofde hij dat de onderzoeking van de hersenen en de afzonderlijke hersendelen en hun relatie tot de afzonderlijke driften en krachten van het geestelijke leven van doorslaggevende betekenis is.
De hersenen zijn uit vezels opgebouwd.
Franz Joseph Gall ontdekte dat de hersenen vergelijkbaar zijn met een bloemkool. Vezels komen vanuit de hersenstam en lopen vervolgens uit naar verschillende richtingen. Hij herkende dat deze uitlopers steeds eindigden in specifiek te onderscheiden en afgebakende gebieden in de hersenschors.
Als hersenanatoom had Franz Joseph Gall gezien dat de omvang van deze gebieden van mens tot mens konden verschillen. Hij wilde weten wat dit betekende.
Het ontstaan van de frenologie:
Bij iemand die overleden is, is het lastig vast te stellen wat de organen doen, dus moest Gall een manier vinden om bij levende mensen onderzoek te kunnen verrichten.
Gall ontdekte dat ongeacht de omvang van bepaalde schedelbeenderen, steeds dezelfde hersengebieden achter dezelfde beenderen te vinden waren. Beschikt een mens over een hoog zijwandsbeen, dan moet het "hersenorgaan" achter het zijwandsbeen eveneens groot zijn, zo luidt de stelling.
Is het zijwandsbeen klein, dan moeten de "hersenorganen" die hierachter schuil gaan tevens klein zijn.
Plots was het mogelijk bij levende mensen te achterhalen hoe groot bepaalde hersendelen moesten zijn. De werkzaamheid kon bij levende mensen onderzocht worden.
De vorm van de schedel op specifieke plekken bleek inderdaad te corresponderen met bepaalde karaktertrekken. Hoe groter een bepaald deel van de schedel in verhouding tot de overige delen van de schedel ontwikkeld is, hoe sterker de corresponderende neigingen het karakter van de (gezonde) persoon beïnvloeden.
De Frenolgie was geboren, er was nu voor het eerst een toets- en daarmee overdraagbaar systeem ontstaan. Tot hier waren de Physiognomische systemen van minder wetenschappelijke aard/meer intuïtieve.
Niet enkel binnen de Physiognomie, ook binnen de psychologie betekende deze ontdekking een keerpunt. Voor het eerst was het mogelijk natuurwetenschappelijke en analytische onderzoekingen toe te passen op deze gebieden.
Met de komst van de Frenologie eindigde men de zoektocht naar zetel der ziel. Deze werd door de Frenologie gelocaliseerd in de verschillende hersencentra.
Vandaag de dag gelooft men in de Westerse wereld veelal dat de zetel der ziel in de hersenen gevonden moet worden.
De dichter Johann Wolfgang von Goethe was bevriend met Franz Joseph Gall. Naar men zegt, zijn de invloeden van Gall duidelijk terug te vinden in bepaalde werken van Goethe. Tevens was Goethe bekend met Lavater.
Vandaag de dag "weten" velen dat de Frenologie een dwaalleer was. Waarom dit zo was en misschien wel voornamer om af te vragen, waarom de Frenologie zo populair was onder de nodige hoogopgeleiden en mensen van aanzien, dat weet men vervolgens niet.
Zo weet men bijvoorbeeld niet hoe Franz Joseph Gall door Napoleon uitgenodigd werd hem voor zijn manschappen Frenologisch te beoordelen. Franz Joseph Gall wilde steeds duidelijk zijn, tact was niet altijd zijn sterkste punt.
Bij Napoleon vond hij een Frenologisch vermogen sterk ontwikkeld zoals hij dit ook eens "bij een hysterische vrouw gezien had", zo vertelde hij. Napoleon die in het aangezicht van zijn manschappen zat, werd in zijn beleving met een hysterische vrouw vergeleken. Het resultaat was dat de Frenologie in Frankrijk geen succes werd en als dwaalleer te boek kwam te staan.
De Frenologie is meerdere keren in een kwaad daglicht komen te staan om politieke redenen, die absoluut niets van doen hadden met het feitelijke systeem.
Het systeem zelf was echter niet geheel vlekkeloos. De voornaamste punten van kritiek op de Frenologie;
De Frenologie blijkt binnen randvoorwaarden te werken. Voor de eerste Frenologen was dit niet altijd duidelijk. Voorbij deze randvoorwaarden blijken de resultaten twijfelachtig.
-De resultaten van het systeem blijken enkel juist bij gezonde mensen die onder normale omstandigheden leven.
-Het systeem gaat uit van mensen die harmonieus ontwikkeld zijn. Abnormale ontwikkelingen kunnen niet verklaard worden,
-Het systeem omschrijft niet het karakter of de actuele ontwikkeling van de mens, enkel de karakteraanleg.
Een ander belangrijk punt om in beschouwingte nemen is dat de Frenologie op een bepaald ogenblik populair werd. Gedurende deze populaire periode zijn boeken uitgebracht waar vergissing en waarheid vermengd zijn.
De vergissingen en tekortkomingen van de Frenologie, doen niets af aan de gevonden waarheden.
1) de relatie tussen schedelvorm, karakter en aanleg is veelvuldig aangetoond door verschillende personen.
2) de Frenologie heeft veel inzichten opgelevert in de psyche van de mens. Zij kan het karakter en de aanleg reduceren tot toetsbare, afzonderlijke neigingen en karaktertrekken.
Van een dergelijk afzonderlijke neiging en karaktertrek is vervolgens zichtbaar of een persoon hier wel of niet over beschikt, en de mate waarin deze ontwikkeld is en dus de mate waarin dezelfde invloed uitoefend op de persoon.
Een kundig frenoloog kan deze vervolgens ook ten opzichte van elkaar zien en toepassen.
De gegeven omschrijving, dat Franz Jospeh Gall, als hersenanatoom zocht naar de functie van gevonden hersendelen, is één van de twee variantianten die over Gall`s ontdekking de rondte doen. De andere variant, komt erop neer dat Gall op jonge leeftijd oog had voor de verschillen in karakter tussen verschillende mensen en dat hij deze poogde te koppelen aan uiterlijke kenmerken. Beide varianten hoeven elkaar niet uit te sluiten.
Franz Joseph Gall werd geassisteerd door
Johann Kaspar Spurzheim (1776-1832).
Terwijl Franz Joseph Gall als hersenenanatoom naar buiten trad (de Frenologie was voor hem een middel, absoluut geen doel), trad Johann Kaspar Spurzheim als frenoloog naar buiten.
Ten opzichte van Franz Joseph Gall, kenmerkte Spurzheim zich door een fijngevoeligheid.
Gall dacht, keek en sprak grover, met als gevolg dat hij geweldige ontdekkingen deed (even cru gesteld; hoe makkelijk is het voor een fijnvoelend mens om in dode mensen gaan snijden en deze te gaan ontleden? Dat is dan toch een voornaam onderdeel van hetgeen een anatoom zal moeten kunnen), aan de andere kant was het dezelfde grofheid die er helaas toe leidde dat Gall hier en daar vijanden maakte.
Spurzheim keek meer verfijnd, zijn wijze van uitdrukken was ook meer verfijnd.
Mede door zijn verfijnde wijze van kijken, doen en laten was hij in staat om meerdere Frenologische vermogens vast te stellen.
Het was ook Johann Kaspar Spurzheim die de Frenologie naar Engeland bracht. In Engeland was het de toenmalige koningin Victoria (1819-1901) die haar kinderen Frenologisch liet opvoeden.
Ook binnen het strafrecht werd dit deel van de Frenologie toegepast. Men onderzocht of bekentenissen strookten met Frenologische kenmerken. Bij misdaden ondersteunde de Frenologie bij het vaststellen van mogelijke motieven, waarna gericht gezocht kon worden naar de verdachte.
Andere toepassing kon gevonden worden in de veroordeling. Australië was in deze tijd een strafkolonie van Engeland. Misdadigers werden op de boot gezet naar Australië. Een dergelijke bootreis was zwaar. Een misdadiger die naar Australië verbannen werd, had niet de doodstraf gekregen, zodoende moest men vaststellen of de zware bootreis al dan niet overleefd zou worden. Ook hiertoe leent de Frenologie zich. De kracht van het algehele gestel, de recapitulatietijd enzovoort zijn terug te vinden op het hoofd.
Ten aanzien van de veelvuldige onderzoeken op misdadigers zal vermeld moeten worden, dat de toenmalige kerk, het niet toestond om mensen te onderzoeken. Immers, men mocht de schepping niet in twijfel trekken. Onderzoeken van mensen, ofwel, het onderzoeken van de "kinderen God`s", werd gezien als het in twijfel trekken van het geloof.
Misdadigers hadden hun ziel toch verkocht, zij mochten onderzocht worden. (Paus Johannes Paulus II heeft professor Paul Bouts toestemming gegeven de Psychognomie uit te werken).
Na succesvolle introductie van de Frenologie in Engeland reisde Spurzheim af naar Amerika waar hij de Frenolgie wederom met succes wist te lanceren.
-In Engeland was het onder meer George Combe (1788-1858)
die grote ontdekkingen deed op basis van de Frenologie.
Later pakte George Burgess (1829-1905) het stokje over in
Engeland.
-In Amerika waren het de gebroeders Fowler, die ondanks
enkele misvattingen (bijvoorbeeld de door hen opgestelde
temperamentenleer) op Frenologisch gebied flinke
vooruitgang boekten.
-In Duitsland was het vooral Gustav Scheve (1810-1873) die
zich inzette voor de Frenologie.
----------------------------------------------------------------------------------------------